Leerlingen met een lagere sociaaleconomische achtergrond hebben geringere kansen bij vroege selectie. Dit verdient aandacht, maar kan volgens de Onderwijsraad beter op een andere manier worden aangepakt dan door middel van een algemene verschuiving van het selectiemoment voor alle leerlingen. De raad bepleit maatwerk: sommige leerlingen hebben baat bij een langere oriënterende periode en de mogelijkheid om hun keuze voor een voortgezet onderwijstype uit te stellen; andere leerlingen hebben juist baat bij een vroege en gerichte keuze.
De Onderwijsraad: Vroeg of laat
Het beroepsonderwijs in de media
Het beroepsonderwijs: Ze denken dat ik dom ben (2) - Radar
Leerlingen zijn gemiddeld twaalf jaar oud als ze naar de middelbare school gaan en ingedeeld worden bij een opleidingsniveau. De ene helft gaat naar het vmbo, de andere helft naar havo/vwo. Nederland is met dit vroege keuzemoment vrij uniek. In andere landen blijven leerlingen van verschillende onderwijsniveaus langer bij elkaar.
De vroege selectie pakt extra nadelig uit voor jongeren die op een te laag niveau zijn ingeschaald, want tussentijds wisselen van niveau is op veel scholen praktisch onmogelijk. De meeste leerlingen stromen vervolgens door naar het mbo, het middelbaar beroepsonderwijs. Zij hebben hier meestal de mogelijkheid om door te groeien, van mbo 2, naar mbo 3 en vervolgens naar mbo 4. Door sterke financiële prikkels in het systeem is het voor scholen echter niet aantrekkelijk leerlingen langer dan vier jaar op school te houden. Dit terwijl de banen op de lagere niveaus steeds meer verdwijnen. Lees meer. Volg ook de reacties op het forum. |
Wetenschappers bekijken de wereld van jongeren
Tieners zijn geïnteresseerd in verliefdheid, vriendschap, muziek of skateboarden. Wij dwingen hen hele dagen stil te zitten op school en huiswerk te maken. Die zaken zijn in strijd met elkaar. Tieners hebben geen stoornis omdat ze impulsief zijn, niet goed kunnen plannen of omdat ze niet doorhebben dat leren belangrijk is voor hun toekomst. Het past gewoon in de fase van ontwikkeling van hun brein.
Jelle Jolles, hoogleraar neuropsychologie
Zelfstandigheid hoeft niet geoefend te worden, die drang is groot genoeg, dat zit zeer ingebakken in het mens-zijn. Wat wel geoefend en ontwikkeld moet worden, is het beheersen van impulsen, het uitstellen van directe behoeftebevrediging. Het accepteren van een taak, die niet direct aanlokkelijk is. |
|
|
|
Uit onderzoek blijkt dat er een positieve samenhang is tussen bewegen en leerprestaties. Lees meer.
|
Naar muziek luisteren verbetert de stemming en daarmee ook de motivatie om te leren. Relatie muziek, lezen, dyslectie
|
Praktijkschoolleerlingen leren discipline en leveren ongekende dansprestaties door focus. (zie ook Ziehe en trailer 'Rhythm is it').
|
Als de school meer vrijheid en keuze aan de leerling geeft, dan verdubbelt ze de zelfwereld van de jongeren. De impliciete boodschap van de jongeren is juist: maak de school anders dan mijn zelfwereld. Geef me structuur want dat ervaar ik als een opluchting. De meeste leerlingen worden onrustig van te grote openheid en individualisering: ‘anders moet ik nog meer kiezen’. Openheid en individualisering maken het moeilijk een sfeer te scheppen die leerlingen omarmt en vasthoudt. Neem leerlingen liever mee op reis naar vreemde werelden van symbolen, fictie en wetenschappelijke voorstellingen.
Thomas Ziehe, pedagoog