Op basis van onderzoek onder leerlingen in het vmbo kunnen we aannemen dat vmbo-leerlingen zeer praktisch en toepassingsgericht zijn ingesteld. Ze houden niet van lezen, maar leren het liefst door te doen. Beroepsgerichte vakken hebben over het algemeen hun voorkeur. Ze leren het liefst aan de hand van didactische werkvormen waarbij een concrete manier van verwerken van de leerstof (toepassen, voorbeelden bedenken, oefenen) centraal staat. Bij de regulatie- en motivationele activiteiten hebben zij veel ondersteuning nodig.
Voor vmbo-leerlingen is het daarom van groot belang dat zij geholpen worden bij de (ontwikkeling van) regulatie- en motivationele activiteiten. Wat betreft de verwerkingsactiviteiten komt naar voren dat vmbo-leerlingen moeite hebben met het zoeken van, selecteren, interpreteren en het verwerken van informatie. Ook hebben zij moeite met het beoordelen van informatie op bruikbaarheid en betrouwbaarheid.
Uit: De vmbo-leerling. Onderwijspedagogische- en ontwikkelingspsychologische theorieën.
Verkenning van de vmbo-doelgroep
Onderstaande onderzoeken geven een beeld van de vmbo-leerling. De uitkomsten worden bevestigd in de onderzoeken op College De
Brink uitgevoerd door diverse docent-onderzoekers. Zie de onderzoeksverslagen.
Brink uitgevoerd door diverse docent-onderzoekers. Zie de onderzoeksverslagen.